De ontwikkeling van het Zelf vanuit het archaïsche geheugen in relatie met de levensfasen van de mens volgens Carl Jung (1875-1960).
Auteur: J.K.M. van Noort
Datum: 2010, 3 mei
Loge L’Union Frédéric
Eerst iets over Jung zelf.
Carl Custav Jung werd in 1875 geboren in Zwitserland als zoon van een plattelandsdominee en een joodse moeder. Op 6 juni 1961 overlijdt Jung in zijn huis te Küsnacht.
Zijn grootvader was grootmeester der vrijmetselarij van het G.O. Zwitserland. Men beweerde, dat hij een onwettige zoon van Goethe was.
Carl studeerde psychiatrie en werd uiteindelijk docent psychiatrie aan de Universiteit van Zurich. Freud en Jung kende een periode van eendrachtige samenwerking.
Voorts pleegde hij uitvoerige studies naar het gnosticisme, mythologie en alchemie. Hij ondernam antropologische reizen naar de pueblo-indianen van Nieuw-Mexico en de Elgonyi's in Kenia. Hij publiceerde tientallen werken.
Hij schreef o.a. twee boeken over de alchemie. In het boek "Verlossing in de Alchemie" legt hij relatie tussen de leer der gnose (Hermes, Thoth en Plato) en de alchemie.
In navolging van vele kwantumfysica is hij van mening, dat veel er op wijst, dat de ruimte tussen de materie gevuld lijkt met geest en spiritualiteit.
lees verder >>
Geen opmerkingen:
Een reactie posten